Op dit moment ligt een wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet ter inzage. In deze wijziging is (onder andere) een verlaging van de forfaitaire gehalten voor koek na scheiding van rundvee- (mestcode 13) en varkensmest (mestcode 43) opgenomen. Voor koek na mestscheiding van rundveemest (mestcode 13) wordt het forfaitaire gehalte voor stikstof verlaagd van 16,9 kilogram naar 9,15 kilogram per ton. Het gehalte aan fosfaat gaat van 9,8 kilogram per ton naar 9,16 kilogram per ton. Voor koek na mestscheiding van varkensmest (mestcode 43) wordt het forfaitaire gehalte van 25,7 kilogram per ton naar 11,4 kilogram per ton verlaagd. Het forfaitaire gehalte voor fosfaat wordt bijgesteld van 21,4 kilogram per ton… Lees meer
Lees verderControle fosfaatrechten
De NVWA houdt toezicht op de naleving van het fosfaatrechtenstelsel. De controle op het voldoen aan het fosfaatrechtenstelsel maakt tegenwoordig min of meer standaard deel uit van de controle op de derogatievoorwaarden, gebruiksnormen, verwerkingsplicht en de verantwoorde groei. Toch is het een duidelijk ander soort controle met andere consequenties. De procedure Overtreding van de andere hier genoemde regelgeving wordt veelal bestuursrechtelijk afgedaan. Met andere woorden, bij een overtreding legt RVO de boete op, waarbij de boetebedragen veelal vast liggen (de zogenaamde wettelijk gefixeerde boetebedragen). Via de zienswijze, bezwaarschrift, beroepschrift, kun je uiteindelijk in hoger beroep. Wanneer niet wordt voldaan aan het fosfaatrechtenstelsel is dat anders. Een dergelijke procedure loopt… Lees meer
Lees verderMelden maispercelen op zand- en lössgrond
Ondernemers die mais willen telen op percelen op zand- en lössgrond dienen deze percelen, net zoals in het vorige jaar, vooraf te melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze melding houdt verband met de kortere uitrijdperiode voor drijfmest op zand- en lössgrond die geldt bij de teelt van maïs. Op basis van de melding bij RVO kan de NVWA controleren of men zich ook houdt aan deze kortere uitrijdperiode voor drijfmest op maispercelen. Het aanmelden kan van 1 januari tot en met 15 februari. Uiterlijk 15 februari moet bij RVO.nl gemeld zijn op welke percelen op zand- en lössgrond een agrarisch ondernemer dit jaar van plan is mais… Lees meer
Lees verderFijne feestdagen en een gezond en gelukkig 2022
Wat was 2021 een merkwaardig jaar! Een jaar waarin het woord ‘negatief’ meer dan eens een positieve uitkomst was. Een jaar waarin het soms leek alsof er meer niet dan wel kon, maar toch heel veel mogelijk bleek dan vooraf gedacht. Een jaar met mooie successen en zeker ook nog voldoende uitdagingen…. Dank aan iedereen voor het vertrouwen, dank voor de samenwerking, de inbreng, de opmerkingen, de gesprekken en het doorzetten. Het jaar 2021 is een aanmoediging om in het jaar 2022 alles nog een stukje beter te doen. Ik wens u dat ook toe: maar ik wens u vooral een gezond (in alle opzichten) en gelukkig 2022!
Lees verderIs intrekken van de derogatievergunning altijd evenredig?
Je kunt je afvragen of bij de handhaving van de Meststoffenwet het begaan van een simpele vergissing in een aantal gevallen niet tot onevenredig zware bestraffing leidt. Het gevoel bekroop me wederom toen ik een aantal voornemens tot het ‘intrekken van derogatievergunning 2020’ onder ogen kreeg. In deze voornemens werd de aan de betrokken veehouders voor het kalenderjaar 2020 toegekende derogatievergunning ingetrokken en werden ze tevens in het vooruitzicht gesteld dat ze zouden worden uitgesloten van deelname voor derogatie in het kalenderjaar 2022. Wat was het geval? De veehouders werd verweten niet tijdig de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven (hierna: AGL) over 2019 te hebben ingediend bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland.… Lees meer
Lees verderDe toepassing van de ‘brijvoercorrectie’
Bij het berekenen van de afvoer van fosfaat in dierlijke producten in de varkenshouderij wordt gebruik gemaakt van een forfaitair gehalte aan vastlegging van fosfaat per kilogram levend gewicht of per dier. Voor het fosfaat-gehalte is deze vastlegging gebaseerd op onderzoek van Jongbloed en Kemme. Een belangrijke aanname in dit onderzoek was dat de rantsoensamenstelling geen wezenlijke invloed zou hebben op de hoeveelheid fosfaat die wordt vastgelegd door het dier. Uit een latere literatuurstudie van Bikker en Jongbloed bleek echter dat de vastlegging van fosfaat bij varkens die werden gevoerd met natte voeders hoger was dan het forfaitaire gehalte dat voor de vastlegging voor fosfaat per kilogram levend gewicht volgens… Lees meer
Lees verderControles op het aantal aanwezige fosfaatrechten
Op 1 januari 2018 is het fosfaatrechtenstelsel in werking getreden. Op grond van dit stelsel dienen veehouders met ‘melkvee’ te beschikken over voldoende fosfaatrechten. Wanneer meer melkvee op het bedrijf wordt gehouden dan waarvoor fosfaatrechten aanwezig zijn, is sprake van een economisch delict. Een overtreding die – in het algemeen – in het strafrecht zal worden afgedaan. Inmiddels is de NVWA begonnen met de controles op het aantal aanwezige versus het aantal benodigde fosfaatrechten. Deze controles vinden zowel plaats als onderdeel van een controle van de mestadministratie of als zelfstandige gerichte controle. Naar aanleiding van de eerste controles kunnen een aantal aandachtspunten worden afgeleid die wellicht niet bij iedereen helder… Lees meer
Lees verderWegstrepen afvoer bij hoge gehalten in koek na mestscheiding
Onlangs deed de rechtbank Oost Brabant uitspraak in een zaak waarin – kort en zakelijk beschreven – een melkveehouder (hierna: eiseres), ongeveer 600 ton rundveemest had gescheiden. De koek na mestscheiding, 110 ton, was door middel van drie vrachten van het bedrijf afgevoerd. Uit de analyses van de monsters van deze vrachten kwamen hogen gehaltes aan stikstof en fosfaat. Gehalten die – volgens de minister – uitsluitend door manipulatie tot stand konden zijn gekomen. De drie afgevoerde vrachten zijn daarop door de minister onder verwijzing naar artikel 3 van de Meststoffenwet (hierna: Msw) volledig buiten beschouwing gelaten bij de berekening of aan de gebruiksnormen en de mestverwerkingsplicht is voldaan en… Lees meer
Lees verderPaarden op het UBN
Houders van paarden, pony’s, ezels of zelfs zebra’s moeten vanaf 21 april 2021 ook de verblijfplaats van deze dieren registreren of laten registreren op een UBN (uniek bedrijfsnummer). Op deze datum gaat namelijk de Europese Diergezondheidsverordening in. Deze verordening bepaalt – heel kort door de bocht – dat de locaties waar paardachtigen verblijven moeten kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van een UBN. Deze verordening kent haar achtergrond in het feit dat het bij dierziektes belangrijk is om snel actie te kunnen ondernemen en bijvoorbeeld inzicht te krijgen in welke dieren met elkaar in contact kunnen zijn geweest.. Het is daarom belangrijk om te weten waar welk paard is en… Lees meer
Lees verderAanpassing uitrijdperiode op bouwland voorafgaand aan teelt van maïs op zand- en lössgronden
In het zesde actieprogramma is aangekondigd dat per 1 januari 2021 enkele maatregelen worden doorgevoerd rondom de teelt van maïs op zand- en lössgronden waarbij het principe van precisiebemesting uitgangspunt is: de juiste mest wordt op de juiste plaats, op de juiste manier, op het juiste tijdstip en in de juiste hoeveelheid toegediend om zo precies mogelijk te voorzien in de behoefte van gewas en bodem en daarmee emissies zoveel mogelijk te beperken. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het toepassen van rijenbemesting in maïs, een vorm van precisiebemesting, goed aansluit bij dit principe en tot een vermindering van nitraatuitspoeling leidt Uit recent onderzoek en praktijkervaringen van agrariërs komt… Lees meer
Lees verder