Het GLB kent een aantal zogenaamde conditionaliteiten of ook wel Goede Landbouw en Milieu Condities genoemd. Vanwege de lengte van deze laatste uitdrukking en de onuitspreekbaarheid van het eerste woord meestal afgekort tot GLMC’s. Eén van deze GLMC’s is nummer 7: de rotatieverplichting op bouwland.

Omdat met het naderen van 2026 de gevolgen van deze eis evidenter worden, in dit artikel een korte samenvatting van de voorwaarden die samenhangen met GLMC7.

GLMC7 kent een drietal eisen:

  1. Elk jaar dient op minimaal 1/3 van het bouwland een ander hoofdgewas (andere gewascode) te worden geteeld dan het jaar ervoor of wordt gekozen voor een andere volgteelt na de hoofdteelt. Dit geldt voor het totale areaal bouwland, inclusief vrijgestelde delen.
  2. Op elk perceel wordt tenminste eens per 4 jaar een ander gewas als hoofdteelt.
  3. Op zand- en lössgrond moet in de periode 1 januari 2023 en 1 januari 2027 minimaal één keer een rustgewas als hoofdteelt worden geteeld of een korte teelt gevolgd door een onbemest vanggewas uiterlijk 31 augustus van het betreffende jaar. Deze eis volgt echter ook al uit de Meststoffenwet.

Voor eis 1 en 2 kan een vrijstelling worden verkregen wanneer op bedrijfsniveau:

  • Meer dan 75% van het bouwland van een bedrijf bestaat uit tijdelijk grasland, braakliggende grond en/of vlinderbloemige gewassen.
  • Meer dan 75% van de totale landbouwgrond van een bedrijf wordt gebruikt voor blijvend grasland, tijdelijk grasland of natte teelt.

Of wanneer op perceelsniveau:

  • Een perceel wordt gebruikt als braak, natte teelt, meerjarig gewas of gras.
  • Op een perceel wordt de biologische productiemethode toegepast én het bedrijf is biologisch gecertificeerd.
  • Een perceel wordt beheerd voor het ANLb of de Catalogus Groenblauwe Diensten.
  • Een perceel (en het bedrijf) ligt op zware kleigrond in de regio Oldambt of Hoeksche Waard en er is sprake van gewasdiversificatie in combinatie met continuteelt van wintertarwe, winterkoolzaad, wintergerst of winterraapzaad. Minimaal 3 van deze winterteelten moeten op je bouwland aanwezig zijn, waarbij het gewas met de grootste oppervlakte maximaal 75% van je bouwland mag beslaan. Het gewas met de kleinste oppervlakte moet minimaal 5% van je bouwland innemen.

Wat betekent dit voor 2026?

Eis 1 – Rustgewassen
De eerste periode voor de eis voor rustgewassen (2023, 2024, 2025 en 2026) loopt volgend jaar af. Dit betekent dat in de periode 2023 tot en met 2026 verplicht een rustgewas moet worden geteeld.

Eis 2 – Gewasrotatie
De tweede eis ‘gewasrotatie’ die is gestart in 2023 nadert het 4e jaar. In de praktijk betekent dit dat, wanneer je in de voorgaande 3 jaren dezelfde teelt (bijvoorbeeld snijmais) op een perceel hebt gehad, je in 2026 een ander hoofdgewas moet telen. Dit kan voor percelen waar wederom mais wordt geteeld, te kiezen voor korrelmais, CCM of MKS. Het gaat om de gewascode, niet om het type gewas.